Het vroege werk is een zoektocht naar stijl en handschrift . Wie ben ik, lijkt het te vragen. Waar moet ik heen? Een verfijnde manier van schilderen word afgewisseld met een stripachtige manier van werken met aquarel en inkt. Expressieve houtskool tekeningen worden door broeierige abstracties ingehaald. Soms duikt een enkel conceptueel werk op. Vaak worden vergeefs combinaties gezocht.
Veel van dit werk bestaat niet meer of huist in schimmige BKR kelders. Toch zijn er sporen zichtbaar van de latere schilderijen.
Henk van den Berg is als schilder autodidact. Zijn leermeesters zijn vooral kunstboeken en schilderijen in musea geweest. Opvallend is een eerste oriëntatie op "oude" kunst . Veel werken maken een sombere en dramatische indruk. Zwart, okers en ombers heersen. Vooral het magisch realisme uit de jaren dertig is in de begintijd van invloed geweest. Vandaar is het een kleine stap naar bijvoorbeeld de Vlaamse primitieven of de schilders van de zeventiende eeuw. Sommige houtskool tekeningen herinneren aan Käthe Kollwitz. Onrecht en lijden sluipt als thema in het werk. Het zien van een tentoonstelling van Mark Rothko lijkt een keerpunt te zijn in de ontwikkeling van het werk van Henk van den Berg. Vanaf dat moment worden zijn schilderijen ruimtelijker en suggestiever. Een definitieve stijl lijkt zich te ontvouwen.